Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nam Zippora [31]een stenen [mes] en besneed de voorhuid haars zoons, en [32]wierp die voor zijn voeten, en zeide: [33]Voorwaar, gij zijt mij [34]een bloedbruidegom! 31. Anders, een scherpen steen. 32. Anders, deed het [te weten, de afgesneden voorhuid] zijne [te weten, aan Mozes] voeten roeren. Anderen verstaan dat Zippora haar zoon voor de voeten van Mozes geworpen heeft. 33. Versta deze woorden aldus, alsof Zippora zeide tot haar man: ik heb uw leven moeten rantsoenen met het bloed mijns zoons, dien ik besneden heb, en alzo zijt gij mij als een nieuwe bruidegom geworden. 34. Hebreeuws, een bruidegom der bloeden.